Er lijkt de laatste tijd een opmerkelijke verschuiving plaats te vinden in de discussie over vrouwelijke predikanten in de kerk. Voorheen richtte de discussie zich vooral op de vraag of het niet een stap te ver is om vrouwelijke predikanten in te zegenen. Momenteel wordt steeds vaker de opmerking gehoord dat er geen vrouwelijke predikanten aangesteld zouden moeten worden en dat alle inzegening voor vrouwen dient te worden teruggedraaid. Dat zou betekenen dat vrouwelijke ouderlingen en diaconessen niet meer ingezegend worden en zoals bepaald in het Kerkelijk Handboek hun taak niet, of niet naar behoren, kunnen uitvoeren.
Deze verschuiving is in het bijzonder opmerkelijk omdat er een koppeling gemaakt wordt met het besluit van de Generale Conferentie in San Antonio. De vraag die hier aan de orde was ging over het delegeren van één bepaalde beslissingsbevoegdheid naar de divisies: ‘Mogen Divisies zelf bepalen of zij vrouwelijke predikanten inzegenen, ja of nee?’ Het antwoord op deze vraag werd een ‘nee’, zoals de meesten van ons inmiddels wel weten.
Vervolgens is expliciet door de voorzitter van de wereldkerk, ds. Ted Wilson, verklaard dat de huidige situatie daarmee gehandhaafd wordt. Die huidige situatie houdt in dat vrouwen ingezegend mogen worden als diacones en als ouderling en tevens dat vrouwelijke predikanten een zogenaamde ‘commissioning’ mogen ontvangen, een inzegening-light zou je het kunnen noemen. Predikanten die commissioned zijn, mogen alle taken verrichten die een ingezegend predikant ook mag verrichten, behalve het stichten en opheffen van gemeenten en het voorzitterschap van een conferentie, unie, divisie of Generale Conferentie uitoefenen.
In Nederland hebben we sinds 2013, op uitdrukkelijk verzoek van de afgevaardigden van het uniecongres in 2012, gelijkheid geschapen tussen mannelijke en vrouwelijke predikanten. Vrouwelijke predikanten in Nederland zijn volledig gelijkgesteld met hun mannelijke collega’s en worden sinds die tijd ook ingezegend. Het is dus alleen het allerlaatste stukje van inzegening waarbij Nederland uit de pas loopt met de regelgeving van de wereldkerk.
Het idee dat de Nederlandse Adventkerk zich niets aantrekt van de regels van de kerk is dan ook niet juist.
Er is daarnaast een ander vreemd fenomeen gaande. Tegenstanders van inzegening beroepen zich op het gezag van de Generale Conferentie in sessie. Dit gezag wordt als het hoogste gezag onder God beschouwd. Wanneer de afgevaardigden op de Generale Conferentie hebben gesproken, dan is dat bindend.
Het is dan ook heel vreemd dat er wordt gesuggereerd dat de inzegening van alle vrouwen moet worden teruggedraaid. De inzegening van diaconessen werd afgestemd tijdens een sessie van de Generale Conferentie. Als we nu vinden dat dit teruggedraaid moet worden, erkennen we dan het hoogste gezag onder God nog wel? Of betekent dit ook een afwijken van kerkelijke uitspraken?
Het Kerkelijk Handboek en de Fundamentele geloofspunten zijn tijdens de sessie van 2015 zoveel mogelijk veranderd in genderneutrale taal. Dit geeft aan dat ook in de wereldkerk het belang van vrouwen in leiderschap wordt erkend. Er zijn diverse gebieden in de wereld waar de kerk niet zou kunnen bestaan zonder krachtig leiderschap van vrouwen. De leiding van de kerk erkent dit en ondersteunt deze vrouwen. En laten we eerlijk zijn. Wanneer in de Nederlandse kerk alle vrouwen zich solidair verklaren en in staking gaan, zou het er slecht uitzien voor de toekomst van de kerk in ons land. Zonder vrouwen kan de kerk niet of nauwelijks functioneren.
De Working Policy van de kerk biedt alle ruimte aan vrouwen om in diverse functies leiding te geven en ingezegend te worden. Ook vrouwelijke predikanten zijn volledig erkend in de kerk en ontvangen de steun van de leiding van de kerk. In gebieden waar men het opportuun acht, mogen vrouwen zonder probleem worden ‘commissioned’.
De conclusie is dan ook dat de Nederlandse Adventkerk met het inzegenen van vrouwelijke ouderlingen en diaconessen en het aanstellen van vrouwelijke predikanten volledig in harmonie is met het beleid van de wereldkerk. Uitsluitend op het allerlaatste stukje, namelijk de gelijkwaardige inzegening van mannelijke en vrouwelijke predikanten, loopt Nederland enigszins uit de pas.